Keitrekkers
Jonkheer Everhard Meyster ontdekte een 7.157 kilo zware zwerfkei op de Leusderheide en wedde met vrienden dat hij genoeg mensen kon optrommelen om het gesteente binnen de stadsmuren te slepen. Onder groot enthousiasme en met behulp van veel bier en verse krakelingen klaarden 400 Amersfoorters de hele klus. Omdat het eigenlijk allemaal een grote grap was van de jonkheer, werd de stad er vervolgens om uitgelachen en bespot. Uit gêne begroeven de 'keitrekkers' de Amersfoortse Kei op de Varkensmarkt en ze groeven hem pas in 1903 weer op. Toen de stad eenmaal over de schaamte heen was, werd de kei tentoongesteld als hun symbool van trots.
In de jaren zeventig begonnen de jaarlijkse Keistadfeesten. Een aantal keren werden die besloten met het door de stad trekken van 'keien' uit diverse Europese landen. Amersfoort heeft daar nog een aantal grote stenen aan overgehouden, die in het plantsoen aan de Stadring liggen uitgestald.