De landpoort staat aan de noordzijde van de binnenstad tussen de Langestraat en de Kamp en behoort tot de eerste stadsmuur van Amersfoort. Het is één van de laatste overblijfselen van deze eerste stadsmuur, waarvan de structuur grotendeels nog te zien is in de Muurhuizen, waar de poort aan vast gebouwd is.
De naam Kamperbinnenpoort is afgeleid van de Kamp (weide), de naam van het gebied tussen de eerste en tweede stadsmuur aan de noordzijde van de binnenstad. Na de bouw van de Kamperbuitenpoort, die gebouwd is in de tweede stadsmuur, kreeg de poort zijn tegenwoordige naam.
Geschiedenis van de Kamperbinnenpoort
De poort is gebouwd in de tweede helft van de 13e eeuw. De poort, Viepoort of Martenspoort geheten, is de oudste poort van Amersfoort en bestond uit twee achthoekige torens met een boog ertussen net buiten de stadsgracht. Na de realisatie van de tweede stadmuur begin 15e eeuw raakte de poort haar verdedigingsfunctie kwijt. In de 16de eeuw is de hoofdpoort voor de grootste deel afgebroken, enkel de voorpoort bleef gespaard. In 1827 werd de boog tussen de toren afgebroken, welke tussen 1931 en 1933 weer opgebouwd is. In 1914 besloot de Amersfoortse gemeenteraad om de poort af te breken. De rijksoverheid stak hier een stokje voor en stelde toen subsidie beschikbaar voor restauratie. Tegenwoordig is de poort een monument.