De naam Lockhorsterbos stamt af van de patriciërsfamilie Lockhorst, die het gebied jaren in eigendom heeft gehad. Aan de overzijde van de Heiligenbergerbeek ligt nog de buitenplaats Lockhorst.
Het kleine parkachtige terrein bezit een grote variatie aan boomsoorten en heeft een goed ontwikkelde bosstructuur. Het gebied wordt aan de oostzijde begrensd door de Heiligenbergerbeek die ter hoogte van het gebied haast de breedte van een kleine rivier heeft.
Vele vogelsoorten
In het Lockhorsterbos komen loof- en naaldhout door elkaar voor. De onderlinge leeftijd varieert sterk: van hele jonge bomen tot statige eiken en beuken die naar schatting een leeftijd hebben van 200 jaar. Andere soorten die in het Lockhorsterbos groeien zijn berk, haagbeuk, kastanje, els, grove den, fijnspar en douglas.
Door de grote variatie in soort en leeftijd van de bomen vormt het bos een toevluchtsoord voor allerlei vogelsoorten. Zo zijn er vrijwel alle inheemse mezen- en spechtensoorten te vinden, evenals de goudvink, de roodborst, de tuinfluiter, de gekraagde roodstaart en zelfs de ijsvogel. Overige dieren die voorkomen in het Lockhorsterbos zijn onder andere eekhoorn, haas, ringslang, hazelworm, wezel en egel.
Er is een korte wandeling uitgezet en mag uitsluitend op het pad. Honden mogen aangelijnd mee.