Het gebied is ontwikkeld in de jaren ’70 van de vorige eeuw en had oorspronkelijk het doel als overgang tussen stad en buitengebied. Van 1913 tot aan 2003 werd er drinkwater gewonnen uit het gebied. Vroeger was het een agrarisch weidegebied, de weilanden waren langgerekt en onderling gescheiden door een sloot, greppel of elzensingel. In de jaren negentig is het drassig weidelandschap omgevormd tot stadsnatuurpark waarin oude landschapselementen van de Gelderse Vallei, zoals de knotessen, bewaard zijn gebleven. Het gebied kent veel soorten leefgebieden; bos, knotbomen, velden met droog en nat hooiland, aaneengesloten en losse struiken en bomenrijen, poelen met natuuroevers en een moerasbosje.
Voor kinderen is er een natuurspeelplaats met speeltoestellen, water en natuurlijke materialen. De speeltuin en het voetbalveldje bevinden zich aan de rand van het gebied. In het gebied zijn meerdere speelweides te vinden, maar ook een skatebaan en een sportveld. Voor wandelaars zijn er makkelijk begaanbare asfaltpaden, half verharde paden en zogenoemde struinpaden door de velden en in het bos.